13 januari 2021 - Iedere 2 weken wordt het schopje doorgegeven aan een Nachtgraver die over zijn of haar favoriete carnavalsmoment vertelt. We hopen dat we de lezers hiermee toch een beetje een carnavalsgevoel kunnen geven.
Het is toch mooi om gevraagd te worden om iets te mogen schrijven voor het doorgegeven schopje. Het Nachtgravers schopje gestart bij de prins en via een bouwer, de muziek, de kroeg en weer verder en verder.
Gert-Jan wilde graag weten hoe ik mijn carnaval beleefde. Naast net geen 25 jaar te hebben gewerkt voor en tussen mijn gasten heeft het dorpse carnaval van het Nachtgraversrijk zij zoveel meer gegeven. Het oberen is iets moois waarbij jij en je collega's het mogelijk maken dat de gasten een feestje kunnen hebben. Pas als "mijn gasten" het naar hun zin hebben, is het voor mij ook pas een goede middag/avond. En natuurlijk op zijn tijd zelf even mee te feesten, kletsen, dansen en proosten. Maar dat zullen jullie mogelijk al weten.
Voor mij is er geen moment wat favoriet is in mijn carnavals gedachte. Voor mij de vraag meer van: "Wat betekent het dorpse carnaval voor mij?". Deze vraag in het verleden al vaker gehad en dus wel leuk om daar nu over op terug te komen. Tijdens mijn studietijd in Deventer en later nog een jaar in Groningen is het een vraag welke daar ook besproken is. Het vieren van carnaval is veel meer dan 4 a 5 dagen kletsen, drinken en feesten. Zelfs veel meer dan de periode vanaf 11-11, zo'n 3 maanden.
Het voorbereiden, bedenken, organiseren, bouwen van wagens, muziek of dans oefenen, een zaal versieren, het nabespreken etc. etc. Ja carnaval is zoveel meer en ook voor mij betekent het nog meer. De conclusie welke ik destijds heb getrokken is dat carnaval een levensstijl is.
Jong geleerd; ben ik volgens mij begonnen als heeeel klein manneke dat in een optocht mee heeft mogen doen in de bolderkar. Ik zeg wel manneke, maar ik kan beter zeggen hond. Ik was de hond in de pot. Zo is dit maar een voorbeeld dat carnaval voor alle leeftijden is, het voor iedere leeftijd een eigen charme meegeeft. Iedereen is gelijk en mag dan ook genieten van het deel of delen van de carnavals levensstijl welke je leuk of belangrijk vindt.
Voor mij is het echte carnaval wel het dorpse carnaval. Daar ben ik mee opgegroeid en dat zal ik ook altijd blijven omarmen. Het dorpse carnaval is pas mogelijk als we het met z'n allen samen doen en vieren. Iedereen heeft daarin zijn rol. Als iedereen in de optocht mee wil doen, zijn er geen kijkers naast de optocht. Dat kan toch echt niet de bedoeling zijn.
Samen feesten met alle mensen van alle leeftijden door elkaar, samen iets moois creëren van een wagen, loopgroep of versierde straat. Samen naar het Nachtgravershol, met de een meer op de voorgrond, maar zeker velen op de achtergrond. In alles wat er gebeurd in onze dorpen, wordt er zowel op de voorgrond als op de achtergrond hard gewerkt om samen iets moois mogelijk te maken. En met carnaval pakt zich dat uit in een groot feest tot in de late uurtjes. We moeten de naam van Nachtgravers wel hoog houden natuurlijk.
Met carnaval kan alles besproken worden, van oeverloze slappe klets over niets of de serieuze dingen van het leven. Iedere zin en onzin kan en zal uitgesproken worden. En iedereen kan zijn bijdrage daar aan leveren. Of we er echt wijzer van worden, laat ik in het midden, maar het is er dan wel vaak gezellig en ook te snel laat.
Carnaval betekent voor mij ook dat er voor elkaar vanalles georganiseerd wordt. Iedereen mag iets leuks aandragen en zijn/haar creativiteit laten blijken. Dan bedoel ik niet alleen het bestuur en commissies, de wagenbouwers of loopgroepen, maar velen meer.
Eerst kenden we de kapel uit Herpen, maar ook in onze dorpen kon 't KON ontstaan voor de muzikale creativiteit. Vele andere creatieve uitspattingen werden een begrip in het Nachtgraversrijk en daarbuiten. De kort maar krachtige prinsonthullingen, de pronkzittingen, de "Lochtste mins verkiezing", de "roze maandag", het jeugdbal en 50 bal, het carnalallen, de dansgarde, de dames van de raad (met heren in het gezelschap), de kindermiddag, de zondag in café De Eg, of juist de zondagavond met Gauw Blauw in de kroeg (waar gastoptredens dubieus waren en waar zak-eens-lekker-door een andere betekenis kreeg).
Carnaval staat vol van creatieve uitspattingen met een lach en een traan. En niet alleen een traan van het lachen; ook in moeilijke tijden kunnen en zullen we elkaar steunen, troosten en helpen. De Nachtgravers kunnen samen alles aan, ook al is er dit jaar wat minder activiteit.
Ik zou graag de kans geven aan Hanny van Dijk-Arts om middels het doorgegeven schopje ons een kijkje te laten nemen in haar carnaval bij de Nachtgravers.