30 november 2022 - Iedere 2 weken wordt het schopje doorgegeven aan een Nachtgraver die vertelt over zijn of haar herinneringen aan carnaval in het Nachtgraversrijk. Ditmaal aan het woord; Piet vd Aa.
Na geheim overleg tussen Joop, Nino en Romy, zonder mij er al te veel in te betrekken, lag het schepje bij mij voor de deur. Dus werk aan de winkel.
Jan van de Burgt was al een paar keer bij ons aan de deur geweest of ik prins wilde worden. Maar doordat ik een herniaoperatie had ondergaan en nieuw werk moest zoeken achtte ik daar de tijd nog niet rijp voor. Toen me dit was gelukt had ik volgens Jan helemaal geen reden meer om te weigeren. En na overleg met Antoinet volgde het ja woord.
De onthulling vond plaats in november 1983 in de Petjesbar door burgemeester Combée. Men had een kubus gemaakt met daarin drie deuren; voorstellend: Overlangel, Neerloon en Keent. En uit de een van de drie deuren kwam de eerste Loonse prins en zijn naam droeg Prins Piet d’n Urste. Ik koos Jan van de Burgt als zijn adjudant, als pages Jolanda Voet en Petera van Heumen.
Toch kwam er nog bijna een kink in de kabel door een vrij ernstige ziekte van mijn vader. Maar uiteindelijk kon het prins zijn met veel steun van adjudant Jan doorgaan. In de Petjesbar met de nieuwe kastelein Rien Arts. Het carnaval begon vrijdag op school met een kinderbal gevolgd door ziekenbezoek. Ik herinner me nog een bezoek bij Drika van Rossum aan de Veldweg. Ze vroeg aan mij of ik een borreltje lusten en tot mijn verbazing kwam ze terug de kamer in met een limonadeglas vol jonge jenever.
's Avonds bejaardenbal met veel optredens, heel gezellig. Zaterdag het grote bal met een bomvolle zaal. Ik zie Jo van Heumen nog alleen luid zingend de polonaise lopen ‘Zwartebroek en Groente Trui, ja dat zijn de Loonse lui’. Maar het probleem was dat Jo de polonaise niet op de dansvloer liep maar op de d’n dis (een hele lange tafel). Met als gevolg heel veel kapotte glazen en natte feestgangers. En dat zie ik Bertje Voet aan komen lopen met een dienblad vol bier en een smile op zijn gezicht en mij knipogend zeggend een pilsje van de prins.
Na afloop van het bal werden er zoals gewoonlijk eieren gebakken bij de prins. Anoinet had al een voorraad eieren ingeslagen bij Huub Vos, extra broden besteld en enkele pannen geleend dus er kon gebakken worden. En dan zie ik Hans Reijs, zittend op zijn kont op de keukenvloer smullend aan een gebakken eitje, omdat er niet voldoende stoelen waren. Dan werd er nog een afzakkertje gedronken, en tegen het ochtend gloren naar huis.
Zondags naar de optocht in Herpen en avonds groot bal bij Zus en Wim de Loonse Eg. Met medewerking van het Bonnelander Hofkapel uit Herpen en Acht pils en Twee donker uit Ravenstein. Dat was een groot feest. Bij Zus en Wim was niets te gek, het hele huis was café.
Maandag de grote optocht, de grootste uit de gemeente Ravenstein. Uit alle plaatsen kwamen wagens en loopgroepen naar Overlangel, om daar hun creativiteit te tonen en natuurlijk het prijzengeld op te halen. Want aan het maken van praalwagens hing een behoorlijk prijskaartjes. In de avond groot feest met optredens van de dansmariekes. De nachtgravers waren in het rijke bezit van een grote en kleine dansgarden. Genaamd de Nachtgraverrinnekes, een danspaar en een solo danseres. Hun optredens waren geweldig. Zij en hun begeleiders waren mede de oorzaak voor de geweldige avonden met carnaval. Dinsdag de laatste carnavals dag. In de ochtend uitslapen en in de middag kinderbal met aansluitend het afsluitbal wat om 00:00 eindigde. In 1985 ben ik voor de tweede keer tot prins gekozen. In Overlangel is het de gewoonte dat je twee jaar prins bent.
Dit is zo’n beetje mijn carnaval verhaal. Twee geweldige jaar die niet had willen missen, want carnaval is een mooi feest.
Ik geef mijn schopje door aan: Jolanda van Heumen. Ondanks dat ze is geboren aan de verkeerde kant van de Maas, heeft ze al meer dan dertig jaar carnavals ervaring in Brabant.